Arbeidsongeschikt, (g)een jongensdroom?!

Wat komt harder aan? De boodschap van de arts ‘U heeft kanker’ of de boodschap van je lichaam ‘U heeft geen (arbeids)vermogen meer’?

Als jongen wilde je graag werken. Zelf de kost verdienen. Jezelf en je gezin onderhouden. School was een noodzaak en het middel om zo snel mogelijk met een diploma op zak een goed salaris te verwerven. Nog goed weet ik dat het eerste salaris binnenkwam. Behalve voldaan van je werk ook beloont en een auto van de zaak. Daar kon je mee thuis en voor de dag komen.

Dan komt de dag waarop je de gevreesde boodschap krijgt ‘U bent ernstig of chronisch ziek’. Je voelde het misschien al wel aankomen. Je energie werd minder, het ging niet meer zoals je graag wilde. Je lichaam liet je in de steek. De arts was voorzichtig positief gestemd want ‘behandeling tot volledig herstel is de verwachting’. Je kreeg moed en werkte aan de behandeling voor meer dan 100% mee. Zocht alternatieven die het herstel positief beïnvloeden.

De behandelingen zijn achter de rug en/of de medicijnen goed ingesteld. Zo snel het lukt ben jij weer (gedeeltelijk) met werken begonnen. Zelf was ik twee maanden na de intensieve periode van bestralingen weer voor 100% aan het werk. Althans naar mijn overtuiging. Tot mijn bezoek aan de bedrijfsarts. Hij stelde mij eerst de vraag ‘hoe gaat het?’ en gaf toen zelf het antwoord ‘als arts vind ik dat jij nog niet 100% kunt werken’. Ik kreeg de keus voor de 20 uur (van de 40) die ik per week mocht besteden. Hoeveel geef je daarvan aan je vrouw en gezin? Met de toevoeging: “Zij hebben het de afgelopen periode erg zwaar gehad”. En hoeveel uur geef je aan je werk? Verslagen ging ik bij hem weg en zei tegen mijn manager ‘Ik mag niet meer werken’ in plaats van minder uur.

De goede ‘diagnose’ van de bedrijfsarts ben ik nooit meer vergeten. Tegengesteld daaraan heb ik jaren nadien gevochten met mijn lichaamskrachten om het meer dan 100% vol te houden. Meer dan ik kon er voor mijn gezin én werk te zijn. Dat laatste vooral ook om de zorg voor mijn gezin, maar ook de voldoening die werken mij geeft. Tot mijn lichaam ziek werd van uitputting en de boodschap gaf ‘Ik kan niet meer (werken)’. Het (arbeids)vermogen is op. Je bent arbeidsongeschikt…

Juridisch of arbeidsrechtelijk zijn daar goede definitie voor. “Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur”. Je kunt niet meer verdienen wat gezonde personen met dezelfde arbeid gewoonlijk verdienen.

Persoonlijk betekend het dat ‘de (jongens)droom uiteen spat’. Jouw arbeidzame leven, het deelnemen aan de maatschappij lijkt voorbij. Verwarring, ontluistering, gedesillusioneerd. Het komt bovenop de eerdere teleurstellende werkelijkheid en ervaring dat jouw lichaam je in de steek laat.

Ondertussen wordt verwacht dat je meewerkt met instanties (werkgever en verzekering), volledig tegengesteld aan je gevoel of wil van dat moment, om je onvermogen tot arbeid objectief en medisch vast te stellen. Onvermogen of arbeidsongeschikt, het is het laatste waar jezelf naar verlangt.

Het einde van de jongensdroom?