Klantbezoek gaat voor!?
Het zat hem, we noemen hem maar Robbert, het afgelopen half jaar niet mee. Na de verhuizing bleef de vermoeidheid aanhouden. En wat daarbij kwam, Robbert voelde een knobbeltje in z’n hals. Maar daar gaf hij liever geen aandacht aan. Ook z’n vrouw moest hier uit de buurt blijven.
Behalve aanhoudende vermoeidheid kwam daar een paar maand later ook een allergische reactie over heel z’n lichaam bij. Het zag er niet uit en jeukte verschrikkelijk. Leek erg op het hebben van de mazelen. Robbert zijn vervangend huisarts vroeg of hij het weekend misschien iets te veel had gedanst. Alleen was dat niet één van z’n favoriete bezigheden en kon het daar dus niet aan liggen. Met een paar dagen was het gelukkig over. Maar het nachtzweten, drijfnat van het zweet wakker worden, de vermoeidheid en opgezette klieren bleven wel.
Eind December toch maar weer eens naar ‘ome dokter’. Bij onderzoek bleek dat de klieren in de hals wel erg opgezet waren. De huisarts vertrouwde het niet en maakte, zo bleek hem later, een spoedafspraak bij de internist voor begin Januari.
Op de dag van de afspraak stond er nog een afspraak met een potentiële klant. De dag ervoor had Robbert daarom de afspraak met de internist verzet. Niet wetend dat het een spoedafspraak en hij ertussen was geplaatst. Want ja, een klant laten wachten waarmee een afspraak was gemaakt dat kan natuurlijk niet.
Terug van de afspraak met de klant ging Robbert even langs huis om de verwijsbrief te halen. Zijn vrouw kwam naar buiten gerend en vertelde hem dat het ziekenhuis had gebeld waar hij bleef. Mobiele telefoons waren er toen nog niet. Toen bleek hem dat het om een spoedafspraak ging die hij niet had mogen verzetten. Dat gaf toch wel een andere ‘kleur’ aan de afspraak.
Aangekomen bij de poli en wachtend op de arts las Robbert de zuil met folders. Vrijwel alle folders gingen over een vorm van kanker. Waar was hij terecht gekomen, zo vroeg hij zich af. Gedachten flitsen door zijn hoofd. Zelf dacht hij, en dat leek hem al erg genoeg, aan pfeiffer of zoiets. Maar kanker… daarvoor was hij toch te jong?
De internist onderzocht Robbert en merkte op dat de klieren in de hals wel erg opgezet waren. Direct stelde hij voor een punctie te doen. Terug in de spreekkamer, geschrokken door deze ontwikkeling, vroeg Robbert de internist: hoe lang heb ik nog te leven? Die vraag was natuurlijk te voorbarig, de uitslagen waren ook nog niet bekend, maar kwam wel voort uit zijn intuïtie en de vrees die hem beving. De uitslag kon weleens heel ernstig zijn.
En gevoel bedriegt je niet gauw zo bleek. Een vorm van lymfklierkanker was de uitslag. Verslagen wachten Robbert met z’n vrouw op het behandelplan. Van werken kwam niets meer. Met een klap stond hun leven stil! Hoewel gedreven even geen klantbezoeken. Zelf over-leven ging nu voor!