Het gaat God niet om onze gaven of wat wij als onze roeping zien. God ziet om naar de arme en verslagene van geest. Degene die niets meer van zichzelf en alles van Hem verwachten geeft Hij krachten (1 Cor. 1v26-30). Zalig zijn de armen van geest (Matt. 5v3). In en door onze armoede vervuld God Zijn welbehagen. Wat zij zelf niet zo kunnen (be)zien, maar wel de vrede ervaren alleen in de band met Hem. En in het liefhebben van elkaar (1 Joh.4v7).