John Wesley was een Brits theoloog, geen calvinist, predikant, groot opwekkingsprediker uit de 18e eeuw. Hij kende een bijzondere betekenis aan de prediking der wet toe. Men mag van deze prediking niet afzien, meende hij. Anders wordt de prediking van de liefde en het lijden van Christus door de gedurige eenzijdige herhaling tot een overvloed van woorden, die in slaap wiegen. Soms mag er één zijn onder duizenden, die door de prediking van de genade alleen, tot bekering komen. Maar de gewone manier van God is, de zondaar door de Wet te overtuigen. De Wet is het, die tot het geweten gebracht, de rots in stukken slaat. Door de kracht der Wet wordt de zondaar aan zichzelf ontdekt.

Wesley stelde daarom deze predikwijze voor. Men begint bij evangelisatiesamenkomsten met een algemene verklaring van de liefde Gods tot zondaar is en Zijn gewilligheid hen te redden. Vlak daarna predikt men de wet zo krachtig, kortaf, diep indringend als men maar kan. Daarna, als meer en meer hoorders van hun zonde overtuigd zijn, mengt men meer en meer het evangelie in zijn prediking, om het geloof in te planten en hen tot geestelijk leven te brengen, die door de Wet verslagen zijn.
Bron: De Waarheidsvriend, ds L. Vroegindeweij, 19 juni 1958