Nabij de dood ervaren
Brengt grote gevaren
Getuigen van wat wordt gezien
Is ‘n waanbeeld misschien

Wat zich afspeelt na dit leven
Lijkt niets om voor te beven
Geen God ontmoet
Wat moet ‘k met Jezus bloed?

Een zacht licht dat straalde
Pracht en schoonheid daalde
’t Was een liefelijk zijn
Alles vrede of was ‘t toch schijn?

Die nabij de dood ervaren
Hebben grote moeite met vergaren
Wat hier op aarde sterfelijk is
‘t Is als de glans van een bedrieglijk vernis

De nabij de dood ervaring vergeten
Gaat niet daar ’t van binnen zit ingevreten
Zwijgend verder gaan dan maar
Stuitend op onbegrip is ook erg naar

Ook Paulus werd opgetrokken
Dat beleed hij toch onverschrokken
Of is daar een verschil in getuigen
Viel zijn leven op aarde niet in duigen

Wat Paulus daarvan beschrijft
Is niet wat hij zag dat hem drijft
Noemt ‘t zelf onuitsprekelijke woorden
Die hij opgetrokken in de hemelen hoorde

Paulus kon daar niet over spreken
Wel getuigen zijn preken
Van dat hemels gezicht
Staand voor Gods Aangezicht

God zien en leven
‘t Is geen mens gegeven
Sinds verdreven
Bij de Boom van het Leven

En toch is daar
O wonder, ’t is waar
Troost in ’t zien Jezus zittend op Zijn troon
Verworven door ’t dragen doornenkroon

Hem om schijnt ‘t helder Licht
Geblust de toorn in ’t Godsgericht
Want wie in ’t geloof op Jezus ziet
Die vreest de dood en helle niet

Met Jezus op de berg van de verheerlijking
Is niets op aarde tot vergelijking
Bij ’t ervaren van zo’n onuitsprekelijke vrede
Vergaat voorgoed alle menselijke rede

‘t Betaamd niet over de nabij de dood te verhalen
Hoe verward ’t ons op aarde ook kan doen dwalen
Want nooit kunnen menselijke beelden verwoorden
Wat onze geest zag in die hemelse oorden

Staak uw gezoek, gezwoeg
‘t Woord van God zij ons genoeg
Getuig van ’t leven na de dood
Voor wie in Jezus Christus geloofd

Henk-Jan Koetsier