De onwaarde (schande) en armoede van de wereld bestaat in deze drie:

  1. Leugen – Zij leeft uit het begin van de leugen. In dat teken treedt zij op. Haar wijsheid en daden is om zonder en tegen God het leven te vinden. Haar leugenevangelie is dat in emancipatie, in het zich ontslaan van God-Almachtig, de vrijmaking van de mens ligt en de verheffing tot geluk. Ze loochent de waarheid, dat God alleen een fontein is van alle Goed;
  2. Teleurstelling – Vandaar dat haar daden telkens op een teleurstelling uitlopen. Alleen wie God heeft, die is rijk. De miskenning daarvan eindigt altijd in bittere onvoldaanheid. Want het naar God geschapen hart kan met niet minder dan met God zelf verzadiging ontvangen van vreugde. In die teleurstelling nu mist de wereld een steun en rustpunt, daar zij in haar beginsel (val) God heeft prijsgegeven.
  3. Wanhoop – vandaar dat haar teleurstelling wordt gekroond met wanhoop. Want wie in teleurstelling over en met zichzelf geen hulp weet buiten zichzelf in God, hij mist de vertroosting in smart. Het hoogste meende hij te bezitten en te vinden in zichzelf, waar zal hij zich heen wenden, wanneer hij diep teleurgesteld uitkomt? Wanhoop, het enige dat hem wacht!

Uit de leerrede over Deuteronomium 3 vers 26b – ds. prof. G. Wisse